Dankbare mensen beseffen: er gaat veel meer goed dan fout
Woensdag 4 november was het dankdag voor gewas en arbeid En misschien voelt het helemaal niet als een dankdag. En toch willen we erbij stil staan.
In de Middeleeuwen waren er de zogeheten ‘bededagen’. Bij heftige gebeurtenissen, zoals een overstroming, een misoogst of een oorlog, legde de hele bevolking een dag lang het werk neer om gezamenlijk te bidden. Toen in de zestiende eeuw het protestantisme opkwam en mensen ook steeds regelmatiger werk kregen, veranderden deze onregelmatige bededagen in vaste vieringen: bid- en dankdag.
Jij hebt het werk toch gedaan? De koeien hebben het melk toch geproduceerd? De fabrieken hebben de pasta toch bereid? Wat heeft God daarmee te maken?
Het lijkt inderdaad zo dat God niets met dit leven te maken heeft en je Hem dus ook nergens voor hoeft te bedanken. Toch is dat schijn. Het is net zoiets als dat je tv kijkt en zegt: die tv doet toch alles? Daar hoeft toch niets achter te zitten? Waarom zou ik denken aan al die kabels, die producenten, die acteurs, die schrijvers…?
Het is niet gek om van elke dag dankdag te maken. Het blijkt uit onderzoek dat dankbare mensen gelukkiger zijn. Zij leggen namelijk de nadruk op wat er allemaal wél goed gaat in plaats van op wat er misgaat. Dankbare mensen beseffen: er gaat veel meer goed dan fout. Elke keer als je dankbaar bent, oefen je jezelf daarin.
Daarom is het mooi om dankbaarheid uit te spreken, richting de mensen in de zorg, onderwijs, politie, hulpdiensten, ambtenaren, richting vrijwilligersorganisaties, kerken. Mensen die echt aandacht aan een ander willen besteden.
Dank aan iedereen die dag en nacht werken en hun beste krachten daaraan geven in deze bijzondere tijd. Dank daarvoor!
Door: Ageet van Dijken, commissielid Zorg en Welzijn